Verhalen in Tijden van Consumptie en Vluchtelingen
Zaterdagnamiddag in een Gents verkoopcentrum. Druk, druk want morgen is het kerstavond. Hét feest van o.a. de consumptie. Wat is daar te zien dat voor deze blog interessant kan zijn? We worden verleid door de aankondiging van het stuk Magna Plaza: de acteurs vertellen verhalen over de liefde midden de drukte van de koopjes. Verhalen is het buzzword dat me lokt. Wat doet dit theater met het vertellen? Wunderbaum – een Vlaams-Nederlandse acteursgroep – maakte ook een voorstelling over een groepje lezende mensen (later verfilmd). Daarover straks meer, maar eerst neem ik u mee naar het toneelstuk.
De acteurs lopen wat verloren tussen de voorbijgangers, het publiek zit op banken met een koptelefoon om zo hun gesprekken en het verhaal te kunnen volgen. Wunderbaum maakt er een gewoonte van buiten het traditionele theatergebouw op te treden. Zoals gezegd: deze keer een winkelcentrum waardoor die omgeving deel wordt van het decor van de opvoering, of omgekeerd het toneel gaat op in het decor van de realiteit. Die wisselwerking zorgt voor een confrontatie tussen toneel en realiteit, fictie en verhaal, acteurs en toeschouwers etc.
Het verhaal begint zo: een jongen wacht op een meisje, wil haar bellen maar de batterij van zijn mobiele telefoon is leeg. Een reden om mensen aan te spreken. Wie leent zijn telefoon aan een wereldvreemde? Het is één van de vele vragen die gesteld wordt en waar het theaterpubliek tussen de winkelende voorbijgangers zit naar te kijken. Als voyeurs maar we zitten ook een beetje te kijk. De orde van de dag in het koopcentrum, de orde van het theater… wordt als vervreemdend ervaren. Verhalen worden midden in de wereld geplaatst. En theater blijkt daar nog een interessant medium voor te zijn. Terwijl we denken over de toekomst van het literaire boek, denkt het literaire theater ook na over de eigen toekomst. Het zal geen wonder heten dat theatermakers vandaag het theater een essentiële rol toedichten. Niet zonder reden want in vele kunstdisciplines wordt de performance – het theatrale – weer centraal gesteld. Meer dan romans blijkt het recente theater ingezet te kunnen worden voor een duidelijk engagement en vooral voor een reflectie op hoe we kunnen samenleven.
Wat opvalt in de voorstelling is de reactie of beter: het gebrek aan reactie van sommige mensen. Opgesloten in hun eigen wereld, in hun eigen verhaal, hun eigen stolp. En wij zaten erbij en keken ernaar.
‘Maybe Sweden’
Heel specifiek maakte Wunderbaum – samen met Margien Rogaars – een film – Maybe Sweden – van de voorstelling ‘Welcome in my backyard’ waarin de relatie tussen politiek engagement en kunst specifiek wordt onderzocht. Heel concreet zelfs: vijf Nederlandse twintigers ‘vluchten’ naar een Spaans vakantiehuis om te lezen. We zien ze arriveren, de boeken uitpakken, de titels op de ruggen kunnen we meelezen, en we zien ze verder lezen… Nu mag lezen in een zomerse tuin wel een heel ontspannende bezigheid zijn maar in een film levert dat weinig spannende beelden op.
Die spanning komt op gang door een ontdekking in de tuin. Een slapende neger die de groep jongeren wakker maakt uit hun literaire zomerslaap. Het zal wel herkenbaar zijn voor de lezers-onder-ons: niets erger dan gestoord worden tijdens het luieren met een boek. Er is echter meer aan de hand dan een onverwachte bezoeker. De bezoekers vermenigvuldigen zich en de bewoners worden geconfronteerd met een heel concrete vraag rond engagement: wat doen ze met en vooral voor die illegale vluchtelingen? De moeizame confrontatie tussen mensen – vluchtelingen uit noodzaak en vluchtelingen uit luxe, vluchtelingen naar een irreële wereld en vluchtelingen in een reële wereld. Reizigers met visakaarten en vluchtelingen sans-papiers. In één tuin aan één tafel waarbij de blanke vakantiegangers hun gesprek over literatuur verder zetten over bijvoorbeeld over de Franse schrijver Michel Houellebecq die – aldus de discussie – het wezen van de westerse mens probeert te vatten etc. U kent dat soort gesprekken. De illegale vluchtelingen zitten erbij en kijken ernaar. Als men besluit de gesprekken te vertalen, blijkt die verbazing nog groter, ook de blanke literatuurliefhebbers zien de verbaasde ogen van hun bezoekers. Eén vraagt zich af: “do you want to know this?” Tja, een variatie op een bekende hit uit een verre zomer: wat moet ik nu met algebra nu ik voor de keuze sta?
Wat met literatuur in tijden van politiek en engagement? Opnieuw komt deze abstracte vraag in een verhaal tot leven. Want de slapende zwarte man wordt opgevolgd door zijn doodzieke moeder. Wat doen we? Verder lezen of meeleven? Hoe graag zouden de meeste van ons terug gaan naar het boek, het lezen van de wereld in een roman. Uiteraard om ons te identificeren met anderen – zo wordt over het ethisch nut van literatuur gesproken – als het maar geen ‘echte’ mensen zijn. Dat alles verteld met de nodige ironie om het min of meer verteerbaar maken. Want – eigenlijk – geef toe, zijn deze vragen niet te beantwoorden.
Op TV zie ik tijdens de jaaroverzichten, geregeld beelden over de vluchtelingen die asiel bij ons zoeken. Met een bootje de zee over. In zo’n programma zie ik toeristen op een strand plots tot leven komen bij het verschijnen aan de einder van een vluchtelingenboot. Eén van de gefilmde zonnekloppers pakt zijn fototoestel waardoor je het gênante beeld krijgt van een toerist die de miserie probeert in te kaderen voor het familiefotoalbum. Ik draag bij aan die gênante mediavertoning door dat voor u te fotograferen.